Al vroeg in mijn leven heb ik, bewust of onbewust, besloten dat ik hetzelfde wilde als mijn broer. Je zou kunnen zeggen dat dat een typisch gevalletje “second-child syndrom” is. Elk tweede kind wil niet onderdoen voor de oudere broer of zus. Heel natuurlijk. Het ging bij mij echter niet alleen om het ouder zijn, mijn broer was daarnaast ook een jongen en ik toevallig een meisje.
Wat was dat nu wat ik ook wilde? En eigenlijk nu nog steeds wil? Ik denk dat ik graag het aanzien en waardering wilde wat jongens en mannen krijgen. Om hun werk, om hun prestaties. Of gewoon omdat ze man zijn en dat dat in de cultuur (van die tijd?) gewoon gewaardeerd wordt.
Al vroeg ben ik me dan ook gaan gedragen als een jongen. Oké, ik spuugde niet en zat ook niet op voetbal. Wel keek ik elke zaterdagmiddag Duits voetbal met mijn vader. Verder was ik heel ijverig op school en met sport haalde ik de ene medaille na de andere. Enorm prestatiegericht. En, zo had ik al vroeg bedacht, later ben ik niet stipt elke dag om 4 uur thuis om de koffie voor mijn werkende man te zetten. De campagne “Een slimme meid….”, had ik niet nodig. Ik ga mijn eigen boontjes doppen. Dat is ook niet zo moeilijk, want op alle vlakken werd ik gestimuleerd. Zo komt het dat ik één van de eerste vrouwen in mijn familie ben die alle mogelijkheden tot haar beschikking heeft. Mijn moeder moest nog stoppen met werken toen ze zwanger was van mijn broer. Verder mocht ze ook niet studeren. Huishoudschool, en thuis ook al vroeg het huishouden doen. Dat was wat het leven voor mijn moeder in petto had.
Tientallen jaren later heb ik een gezin met een fifty-fifty model. Man doet de helft thuis en werkt 4 dagen en vrouw ook. De één brengt de kinderen, de ander haalt ze weer op. Man kookt meestal en drinkt gelukkig geen koffie…. Mijn carrière gaat goed, aan de bovenkant van het maaiveld. Ik voldoe goed aan wat er verwacht wordt een een man of van een slimme meid. Het gaat goed, ook met de kids voor zover je dat weet. De opmerking bij het aan komen rijden bij de kinderopvang van: “We zijn weer thuis!”, kun je ook positief opvatten.
Toch gaat het niet goed. De oudste gaat naar de basisschool, nummer 3 wordt geboren en ik kom in een soort midlife-crisis. Ik kom er niet uit en na een week flink ziek te zijn geweest, besluit ik dat ik maar eens minder ga werken. Manlief was al 5 dagen gaan werken, dus financieel kon het. Niet voor het droomhuis wat we wilden hebben, helaas.
Niet helemaal eigen met een halve werkweek en dus meer thuis met de kids, heb je wel meer tijd en behoefte om na te denken. Wat wil ik nu precies. Van thuiszitten word ik geen gelukkige moeder. Hoe kan ik dan wel goed mijn geld verdienen? Ander werk? Thuiswerken! Eigen bedrijf! Meer werken als ze allemaal naar school gaan! Je moet wel in de business blijven, anders kom je er niet meer in. Stilstand is achteruitgang! Toch wil ik er ook zijn voor mijn kinderen. Wil ik een basis, een fundament, een thuis leggen van waaruit zij kunnen groeien. Zich kunnen ontplooien tot hun ware zelf. En ook voor mijn man. Ik wil de wind onder hun vleugels zijn, opdat zij kunnen vliegen. Heel mijn hart bloedt, aangezien ik ook de waardering en respect wil krijgen voor míjn vlucht.
Waarom is er zo weinig waardering voor de vrouwelijke krachten? Sterker nog, er wordt gedacht dat wij, en onze kinderen, wel zonder deze kwaliteiten kunnen. Vooruitgang, vooruitgang is het devies. Stilstand is achteruitgang! Amehoela!
Juist ook in deze tijd van het jaar is het belangrijk om een stap terug te doen. Om te beginnen je naar binnen te trekken, om gedeeltes te laten afsterven, om je bladeren te verliezen. Stilstand, of zelfs achteruitgang, zorgt ervoor dat er ruimte komt voor andere dingen. Dingen die ook belangrijk zijn. Waar je anders maar aan voorbij gelopen was.
Ik blijf op zoek naar die juiste balans tussen de mannelijke energieën en de vrouwelijke energieën in mijn leven. Verder weet ik ook dat in mijn leven de mannelijke de overhand hadden. Wellicht wordt het nu tijd dat de vrouwelijke energieën die overhand krijgen. Ik weet niet of me dat lukt. Het zal wel helpen als er wat meer waardering is voor deze vrouwelijke energieën in onze cultuur.